Voor partners

Mee op controle

Wij nodigen je van harte uit om regelmatig met je partner mee naar de controle te komen. We vinden het leuk dat je zo meeleeft. Bovendien is het voor jezelf heel leuk om te zien wat er allemaal gebeurt bij ons.

Misschien is het voor jouw als partner vanwege werk of andere verplichtingen niet mogelijk om iedere controle mee te gaan. Probeer de afspraken zo te regelen dat je in ieder geval een aantal keren mee kunt.

Sjennie van de Ven geeft de cursus weeënbegeleiding. Deze bestaat uit drie lessen van zo’n anderhalf uur. Ze geeft deze cursus ‘s avonds en in kleine groepjes. Ze leert je hoe je jouw partner het beste kunt helpen, begeleiden en ondersteunen tijdens de geboorte van jullie kindje. Wij zijn van mening dat dit de meest effectieve cursus is die hier in de omgeving gegeven wordt en wij raden deze cursus om die reden dus ten zeerste aan.

Zelf naar het hartje luisteren

Al vanaf ongeveer dertien weken kunnen we het hartje laten horen. Dit doen we met een apparaatje (de doptone) dat de geluiden versterkt. Voordat je zelf met een toeter – zit vaak in het zwangerschapspakket – of met een toiletrol het hartje kunt horen ben je al heel wat weken verder.

Vanaf ongeveer 28 weken kun je zelf naar het hartje luisteren. Het is dan belangrijk dat je weet waar de baby met zijn rug ligt. Op het schouderblad van de baby kun je het hartje het beste horen. Vaak voelt je partner de baby aan één kant schoppen, de rug ligt dan aan de andere kant. Ligt de baby in hoofdligging, dan kun je het beste luisteren halverwege de navel en het schaambotje bij je vrouw en dan een stukje naar de zijkant van de buik.

Als je een toeter hebt, zet die dan op de buik en druk hem iets aan met je oor. Houd de toeter niet vast met je handen want dat onderbreekt de doorgave van het geluid. Het lukt lang niet altijd om het hartje zelf te horen. Je maakt de beste kans wanneer je luistert als je vrouw net op controle is geweest en zij je vertelt waar wij het hartje hebben gehoord.

Erkenning

Als je niet bent getrouwd of een geregistreerd partnerschap hebt, ben je als biologische vader niet automatisch de officiële vader van het kind. Je zult je kind dan moeten erkennen. Je kind erkennen regel je bij de Burgerlijke Stand van de gemeente waar je woont.

Je kunt je kind op diverse momenten erkennen:

  • Tijdens de zwangerschap. Er wordt een akte gemaakt waarin wordt erkend dat jij de vader bent, de moeder moet hier altijd bij aanwezig zijn.
  • Bij de geboorteaangifte. Let wel op: als dit jullie eerste kind is, moet de moeder bij de aangifte aanwezig zijn. Aangezien een geboorteaangifte binnen drie dagen na de geboorte moet plaatsvinden is het vaak nogal belastend voor de moeder om dan mee te gaan naar het gemeentehuis.
  • Op enig moment na de geboorte. Als je het kind niet tijdens de geboorteaangifte hebt erkend, kun je dit op een later tijdstip altijd nog doen. Er wordt dan een aparte akte opgesteld waarin je wordt erkend als de officiële vader van het kind.

Het is dus verstandig om de erkenning in de zwangerschap te regelen. Om een kind te kunnen erkennen moet je aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • Je moet schriftelijke toestemming hebben van de moeder en bij het eerste kind moet de moeder bij de erkenning aanwezig zijn.
  • Je moet minimaal zestien jaar zijn.
  • Je moet persoonlijk naar de burgerlijke stand; iemand anders kan dit dus niet voor jou regelen.
  • Zowel jij als de moeder moet een geldig legitimatiebewijs kunnen overleggen bij de burgerlijke stand.

Doordat je jouw kind erkent, krijgt het erfrecht en heb je als vader het recht en de plicht om je kind te onderhouden. Met een erkenning krijg je echter niet direct het ouderlijk gezag en ook geen omgangsrecht in het geval jullie relatie mis zou lopen. Om ouderlijk gezag te krijgen moet je een aanvullend verzoek indienen bij de griffie van het kantongerecht.

Kijk ook op: www.rijksoverheid.nl en het digitale loket Rechtspraak

Geboorteverlof

Als partner heb je, als je in loondienst werkt, na de geboorte van je kind recht op verlof. De officiële term hiervoor is het geboorteverlof, maar dit wordt ook wel kraamverlof, partnerverlof of vaderschapsverlof genoemd. Vanaf 1 januari 2019 is het geboorteverlof voor partners eenmaal het aantal werkuren per week.

Het geboorteverlof moet je opnemen binnen 4 weken na de bevalling.Laat je werkgever vooraf of zo snel mogelijk na de geboorte weten wanneer je het geboorteverlof opneemt. Dit mag mondeling of schriftelijk. De werkgever mag dit verlof niet weigeren.

Vanaf 1 juli 2020 kun je ook nog aanvullend geboorteverlof opnemen. Dit is maximaal 5 keer het aantal werkuren per week. Je kunt deze dagen uitgespreid over een bepaalde periode opnemen tot uiterlijk 6 maanden na de geboorte van jullie kindje.

Ouderschapsverlof

Met ouderschapsverlof kun je tijdelijk minder werken om meer tijd te besteden aan de opvoeding van de kinderen. Het recht op ouderschapsverlof geldt voor beide ouders. Je kunt ouderschapsverlof opnemen voor kinderen tot 8 jaar. Voor elk kind kun je apart ouderschapsverlof opnemen. Je kunt ook ouderschapsverlof krijgen voor een adoptiekind, pleegkind of stiefkind. Het kind moet dan wel bij je in huis wonen.